Het gedrag van de muizen past zich aan, aan de omgeving. Het gedrag van de muis is vooral ’s nacht zichtbaar. Als comfort tonen  muizen verschillend gedrag: Eten, drinken, nestelen (rondraaien in het nest), zicht uitrekken, slapen of in elkaar gerold, gapen, rusten (languit liggen), poetsen (dit kan worden ingedeeld in: kop en voorpoten, anaal en gelaatstrek, staart), krabben, anderen poetsen (dit kan ook als seksueel gedrag vertoont worden), uitnodigen tot sociaal poetsen (dit kan ook tot seksueel gedrag vertoont worden), gepoetst worden (dit kan ook als seksueel gedrag aangezien worden) en onder een andere muis kruipen (dit wordt aangezien als seksueel gedrag).

 

 Muizen tonen natuurlijk ook agressief gedrag: Een andere muis zijn mond controleren (dit kan ook worden aangezien als seksueel gedrag), anale controles (dit wordt ook gezien als seksueel gedrag), achter een andere muis aan lopen met dekbedoelingen (dit wordt ook aangezien als seksueel gedrag), dekken (dit wordt meestal aangezien als seksueel gedrag), priesterhoudingen (dit is seksueel gedrag), hobbelen, lopen met opgezette haren, het blokkeren van de tegenstander (verticaal), boksen, vechten, echt bijten en jagen (het achtervolgen van de verslagen muis).

 

Muizen slaan soms ook op de vlucht en tonen daar ook gedrag voor: Vluchten, omhoog springen, spieden (dit kunnen ze zittend of staand doen), klimmen, waken (dit kan zittend of liggend vertoond worden), opgerichte oren, wijd open ogen en ratelen met de staart (dit toont ook agressie).

 

Muizen exploreren en verkennen ook hun omgeving: Stilstaan met de voorpoten en de snuit, graven, scharren, het schuiven of goedleggen van nestbouw materiaal, het duwen van nestmateriaal met de voorpoten, het smijten van materiaal, groter materiaal verkleinen, huppelen, met de kop schudden, snelle sprintjes met kleine sprongetjes (dit kan ook vluchtend gedrag vertonen), het dragen van materiaal en het naar binnen halen van materiaal.

 

Dit zijn de meest voorkomende verschijnselen van het gedag van de muis.